'Waar het nog wél eens misgaat, is bij de eindafrekening na ontslag'

Ooit, met de kantonrechtersformule, was het bepalen van een vergoeding bij ontslag relatief eenvoudig. Tegenwoordig zijn er heel wat meer zaken waarop je moet letten bij ontslag van een werknemer. Merel Kortenhorst van EY licht er enkele uit. In dit tweede en laatste artikel aandacht voor wetswijzigingen en aandachtspunten bij ontslag.

'Waar het nog wél eens misgaat, is bij de eindafrekening na ontslag'

Gaat er in de praktijk veel mis met het door salarisadministrateurs verrekenen van een ontslag- of transitievergoeding?

‘De ontslag- en transitievergoeding gaat vaak goed. Het helpt natuurlijk dat de overheid een handige rekentool heeft, waarmee salarisadministrateurs stap voor stap naar het juiste antwoord worden geleid. Is de werkgever überhaupt een transitievergoeding verschuldigd en, zo ja, wat is de precieze hoogte ervan? En dat de transitievergoeding bij ontslag geldt als loon uit vroegere dienstbetrekking en dat je daarom de groene tabel voor bijzondere beloningen moet gebruiken, is natuurlijk ook niets nieuws.’

‘Waar het nog wél eens misgaat, is bij de eindafrekening. Vaak zie je dat bij het vertrek van een werknemer een overname van bedrijfsmiddelen wordt gedaan. Dan wil een werknemer bijvoorbeeld een tablet, telefoon of auto overnemen. Dat zit dan ook weer in dat totaalpakket bij ontslag en vertrek. Zo’n bedrijfsmiddel moet je verrekenen tegen de waarde ervan in het economisch verkeer. Veel bedrijven gebruiken echter ten onrechte de boekwaarde, waarbij ze ervan uitgaan dat iets tot nul wordt afgeschreven. In de praktijk zit hier nogal eens verschil tussen. Neem een smartphone, die vaak in drie tot vijf jaar wordt afgeschreven. Maar als je online om je heen kijkt, zie je dat een zes jaar oude smartphone echt nog wel wat waard is. Het verschil daartussen wordt beschouwd als loon.’

Kortom: geen vriendenprijsjes afspreken voor bedrijfsmiddelen? 

‘Nee, dat kan niet zonder fiscale gevolgen. Een ander voorbeeld is de auto van de zaak. Vaak zit daar een leasemaatschappij tussen en die zal ongetwijfeld een zakelijke prijs rekenen. Maar stel dat de auto bij jou als werkgever op de balans staat, dan ben je wellicht geneigd om een schappelijke prijs te rekenen. Dan is er sprake van een loonvoordeel.'

'Bepaal dus altijd goed de reële waarde, als een werknemer een laptop of iets dergelijks wil overnemen. Doe je dat niet of niet goed, dan is de consequentie dat je dat bij een werknemer die uit dienst is moet corrigeren in de loonaangifte. Met andere woorden: je moet dan geld gaan ophalen bij een oud-werknemer.’

‘Een andere optie is dat je het bedrag bruteert op de loonstrook, met fiscale gevolgen voor de werkgever. In beide gevallen is dat onwenselijk. Een uitzondering hierbij is de ter beschikking gestelde fiets; een populair bedrijfsmiddel. De staatssecretaris heeft vorig jaar goedgekeurd dat je rekening mag houden met een waardevermindering van 20 procent per jaar. Bij een fiets is er dus wel sprake van een lineaire afschrijving.’

‘Bij dit alles geldt: documenteer alle gemaakte afspraken goed, zodat je eventueel later aan de Belastingdienst kunt aantonen hoe het zit. En let zeker ook op de periode waarin een werknemer eventueel non-actief is, voorafgaand aan diens ontslag. Grote kans dat, als een werknemer thuis zit, hij zijn auto van de zaak vaker voor privédoeleinden zal gebruiken. Is er dan niet sprake van excessief privégebruik? Voldoe je als werkgever nog wel aan de fiscale regels voor het ter beschikking stellen van een laptop?’

De Wet arbeidsmarkt in balans (Wab) was in 2020 een reus van een wet, met gevolgen voor ontslag. Zijn er meer relevante wetswijzigingen geweest?

‘In 2021 kwam de wetgever met de tijdelijke drempelvrijstelling Regeling vervroegde uittreding (RVU). Die loopt in principe nog tot 31 december 2025. Of die verlengd wordt, is nog niet bekend. De RVU heeft als doel aan werknemers een maandelijkse uitkering te geven als overbrugging van de periode tot aan hun pensioen of AOW.’

‘De tijdelijke drempelvrijstelling betekent een versoepeling voor werkgevers. Want normaal gesproken ben je als werkgever 52 procent pseudo-eindheffing – dit is een werkgeversheffing – verschuldigd over deze specifieke ontslagvergoeding. Dat zijn flinke bedragen. Nu geldt deze belasting niet tot een bedrag van bruto 2.182 euro per maand, in het boekjaar 2024. Je ziet bedrijven hierop inspelen. Dan passen ze hun ontslagaanbieding aan dit bedrag aan, zodat ze niet boven die drempelvrijstelling uitkomen. Of ze letten bij een reorganisatie in het bijzonder op oudere werknemers, zodat ze van deze regeling gebruik kunnen maken.’

‘De RVU-eindheffing is verschuldigd in het loontijdvak waarin de werknemer de uitkering geniet. Dat betekent dat, als je als salarisadministrateur op een later moment tot de conclusie komt dat er in een situatie eigenlijk sprake was van RVU, je weer moet gaan corrigeren. Probeer dat te voorkomen.’

En zitten er nog interessante wetten en regels aan te komen?

‘Daarover kan ik kort zijn: nee, op dit moment niet. Dat is nu eenmaal het vervelende van het feit dat we een demissionair, niet-actief kabinet hebben. Ik zou heel graag willen dat er mooie, nieuwe ontslagplannen in ontwikkeling zijn, maar in de praktijk gebeurt er momenteel niets.’