Om eerlijk te zijn vindt Peter Hoogstraten het Belastingplan 2025 niet bijster spectaculair. Hij is niet de enige. Toch kan Hoogstraten (landelijk vaktechnisch coördinator loonheffingen bij Belastingdienst) er uitgebreid en enthousiast over spreken. Dat doet hij op het Salaris Kennisfestival van 26 november (zie kader). En ook voor SalarisNet.
Graag wil hij het eerst hebben over het Belastingplan van vorig jaar. ‘Want dat staat vooral in het teken van die ene crazy night. De nacht van 26 op 27 oktober 2023, toen het Belastingplan in één nacht voor vele miljarden euro’s is verbouwd. Vlak voor de verkiezingen was dat. Een avond vol debatten, emoties, moties en amendementen.’
De Tarzanbocht op Zandvoort
‘De loonbelasting, de premieheffing, de vennootschapsbelasting, de dividendbelasting, box 2 en 3 van de inkomstenbelasting: werkelijk alles kwam aan bod en werd gewijzigd. In de ruim 30 jaar dat ik nu fiscalist ben, heb ik echt nog nooit zoiets meegemaakt. Het was alsof men in de Kamer de Tarzanbocht op het circuit van Zandvoort in de allerhoogste versnelling inging, zonder te remmen.’
Volgens Hoogstraten is het Belastingplan 2025 die rem. ‘Het staat in het teken van herstel, het Belastingplan is vooral een herstelplan. Veel dingen zijn teruggedraaid, overigens niet per se naar de oude vorm.’
30%-regeling al vaak aangepast
In het bijzonder wijst Hoogstraten op de 30%-regeling. ‘Die is in de loop der tijd al diverse keren geëvalueerd en aangepast. Ooit was het een regeling waarbij 30% van het loon van een ingekomen werknemer gedurende een periode van 10 jaar kon worden vergoed. Die termijn werd vervolgens 8 jaar en nog weer later 5 jaar. Daarna werd er een plafond ingesteld, met een bovengrens geleend van de Wet normering topinkomens.’
‘En toen werd de regeling vorig jaar ineens aangepast naar een 30-20-10-regeling. Waarbij de periode van 5 jaar werd opgeknipt in 3 tijdvakken van 20 maanden. Gedurende de eerste 20 maanden mocht 30% van het loon worden vergoed, de periode erna 20% en de laatste periode 10%.’
Van links naar rechts
In de ogen van Hoogstraten was het een goede regeling. ‘Zelf woon ik in de buurt van Eindhoven, en hier wonen heel veel expats. Die werken voor ASML of Philips, of op de universiteit. De 30%-regeling helpt om dit soort talenten naar Nederland te halen.’ Maar die maatregel is in 2023 dus versoberd en nu, met het Belastingplan 2025, alwéér aangepast.
‘Het wordt de 27%-regeling, die geldt voor een periode van 5 jaar. Mijn indruk is dat het bedrijfsleven hiermee kan leven. Wat me wel zorgen baart, is het Snollebollekes-gehalte van het beleid in het algemeen. Het gaat van links naar rechts. De regelgeving in Nederland wordt veel te veel en veel te snel aangepast. Dat is niet goed voor ondernemers en bedrijven. Al denk ik dat die 27%-regeling wel een tijdje zal blijven.’
Duidelijkheid over ov en mobiliteit
Nog zo’n herstelactie heeft te maken met ov en mobiliteit. ‘Vorig jaar wilde men het met een maatregel zo makkelijk mogelijk maken om vervoersabonnementen te vergoeden. Als je 1 keer per jaar voor je werk reisde en 99 keer privé, dan nog kon je als werkgever de abonnementskosten belastingvrij vergoeden. Dit jaar bleek dat abonnementen eigenlijk ouderwets zijn. Er zijn veel meer varianten waarvan in de praktijk gebruik wordt gemaakt, van ov-chipkaarten tot ingewikkeldere middelen.’
‘In het Belastingplan 2025 is nu extra duidelijkheid gegeven. Werkelijk alle denkbare vormen van ov, tot het buitenland aan toe, vallen daar nu onder. Als je het recht op ov aan een werknemer geeft, zijn de ov-kosten gericht vrijgesteld.’ Het is niet alleen duidelijker en eenvoudiger geworden volgens Hoogstraten, maar bovendien fiscaalvriendelijker.
Let op met de deelauto van de zaak
Toch heeft Hoogstraten een nuancering. ‘Hoe interessant die nieuwe mobiliteitsregeling ook is, in Nederland kun je met het ov niet overal komen. Daarom worden deelauto’s en deelfietsen steeds populairder. Je ziet dan ook werkgevers aan werknemers het recht geven op een deelauto van de zaak. Maar pas dan op je tellen, want je komt al snel in de regelgeving van de auto van de zaak terecht. En wie hier meer over wil weten, verwijs ik toch echt naar het Salaris Kennisfestival.’