Stan Rethans is voorzitter Kennisgroep cao van de Belastingdienst. Geregeld vertelt hij wat hij tegenkomt in zijn vakgebied. Deze keer over fictieve dienstbetrekkingen. Rethans schrijft zijn columns op persoonlijke titel.
Voor bepaalde werknemers gelden aangepaste regels met betrekking tot het toepasselijke belastingtarief en de omvang van het heffingsloon. In deze praktijkgids lees je alles over deze bijzondere werknemers.
Arbeidsverhoudingen die een publiekrechtelijke of privaatrechtelijke dienstbetrekking zijn, maar toch lijken op echte werknemer-werkgeververhoudingen, worden ook wel fictieve dienstbetrekkingen genoemd. In deze praktijkgids lees je er meer over.
Een kind dat meewerkt in de onderneming van zijn ouder(s), kan in echte dienstbetrekking zijn. Dat is het geval als het meewerkende kind onder dezelfde arbeidsvoorwaarden werkt als andere werknemers. Het kind is dan ook verzekerd voor de werknemersverzekeringen. In dat geval gelden de normale regels voor de loonheffingen.
Als salarisprofessional werkt u aan de verwerking van de beloning van werknemers met een dienstbetrekking. Maar juridisch gezien kan een dienstbetrekking op allerlei manieren vorm worden gegeven. In dit artikel zetten we het op een rij.
In de salarisadministratie heeft u niet alleen te maken met echte dienstverbanden. Er zijn talloze manieren om mensen voor u te laten werken, zonder dat daar een arbeidsovereenkomst met uw organisatie tegenover staat. Voor de belastingdienst worden een aantal van deze dienstverbanden echter toch aangemerkt als een dienstverband. Dat wordt dan een fictief dienstverband genoemd en kan betekenen dat u toch loonheffingen en/of werknemerspremies moet inhouden of werkgeverspremies moet afdragen. SalarisNet zet het op een rij.
Als de arbeidsrelatie tussen de opdrachtgever en de opdrachtnemer geen echte of fictieve dienstbetrekking is, kunnen zij er samen voor kiezen hun arbeidsrelatie aan te merken als een fictieve dienstbetrekking. Deze regeling wordt ook 'opting-in' genoemd. De opdrachtnemer wordt 'pseudowerknemer' genoemd.
<div data-block="true" data-editor="3p25a" data-offset-key="4q0jf-0-0"> <div data-offset-key="4q0jf-0-0"><strong>Een veel gebruikte constructie voor het loon van minderheidsaandeelhouders is de betaling van het loon aan een personal holding. Vervolgens wordt er een managementovereenkomst (arbeid, loon staan vast) afgesloten tussen deze holding en de werkmaatschappij. De werkmaatschappij draagt premies af, want er is sprake van een fictief dienstverband. Ook in andere gevallen wordt een dergelijke fictieve dienstbetrekking gebruikt. Maar mag hier nu een lage WW-premie worden gehanteerd? En welke overeenkomst moet de salarisadministrateur dan bewaren? </strong></div> </div>
<p>Bij de Prinsjesdagstukken zat ook de<a href="https://www.rijksoverheid.nl/documenten/kamerstukken/2019/09/17/kamerbrief-fiscale-moties-en-toezeggingen"> Brief fiscale moties en toezeggingen. </a>Uit de bijlage bij die brief kunnen we al een aantal <a href="https://www.rijksoverheid.nl/documenten/kamerstukken/2019/09/17/bijlage-3-%E2%80%93-passages-handboek-loonheffingen">geplande veranderingen</a> in het Handboek Loonheffingen opmaken. Zo wordt de definitie van een dienstbetrekking verder verduidelijkt zodat er elders kan worden ingegaan op de manieren waarop werkgevers de studiekosten van de kinderen van hun werknemers kunnen vergoeden.</p>
<p>De fictieve dienstbetrekking voor niet-uitvoerende bestuurders van beursgenoteerde vennootschappen is per 1 januari 2018 afgeschaft. Dit is een maatregel uit het <a href="https://www.eerstekamer.nl/wetsvoorstel/34786_overige_fiscale_maatregelen" target="_blank" rel="noopener">wetsvoorstel Overige fiscale maatregelen 2018</a>.<span data-ccp-props="{"201341983":0,"335559739":160,"335559740":259}"> </span></p>
