Stan Rethans: 'Gezond belast is zo gek nog niet'

Stan Rethans is voorzitter Kennisgroep cao van de Belastingdienst. Geregeld vertelt hij over wat hij tegenkomt in zijn vakgebied. Deze keer over het al dan niet gericht vrijgesteld verstrekken van gezonde maaltijden. Rethans schrijft zijn columns op persoonlijke titel.

Stan Rethans: 'Gezond belast is zo gek nog niet'

Het leek een enorme doorbraak. Het arrest van de Hoge Raad van 24 mei 2024 over het gericht vrijgesteld kunnen verstrekken van gezonde maaltijden door een werkgever aan zijn werknemers. Een moedige werkgever heeft het aangedurfd om tot aan de Hoge Raad te pleiten voor toepassing van de gerichte vrijstelling voor arbovoorzieningen in het kader van gezonde maaltijden. En op zich met succes, want de Hoge Raad deelde deze mening.   

Euforie over standpunt Hoge Raad

In de vakpers verschenen vervolgens tal van commentaren waarbij in eerste instantie de euforie over dit standpunt van de Hoge Raad de boventoon voerde. Eindelijk overwon het gezond verstand dat dit soort maatregelen de gezondheid, het welzijn en dus de arbeidsproductiviteit van werknemers bevordert en verbetert. Het startsein voor een nieuwe ontwikkeling in algemene gezondheidsbevorderende maatregelen voor werknemers leek te zijn gegeven. 

Ander wettelijk regime

Attente belastingadviseurs wezen echter wel op het feit dat de uitspraak van de Hoge Raad zag op feiten die zich hadden afgespeeld in de jaren 2017 en 2018, onder een ander wettelijk regime voor arbovoorzieningen. Met ingang van 1 januari 2022 heeft de staatssecretaris namelijk de toepassing voor de gerichte vrijstellingen voor arbovoorzieningen aangescherpt. Kort gezegd is deze gerichte vrijstelling nog slechts van toepassing op arbovoorzieningen die rechtstreeks voortvloeien uit een verplichting vanuit de Arbeidsomstandighedenwet (hierna: Arbowet). 

De kern van de discussie

Het is natuurlijk mogelijk dat de Hoge Raad ook in de toekomst een weg inslaat om fiscaal meer ruimte te geven aan gezondheidsbevorderende maatregelen. In die zin dat de daarmee gepaard gaande kosten onder een gerichte vrijstelling gebracht kunnen worden. Ik waag dat echter te betwijfelen. Maar daarmee hebben wij wel meteen de kern van de discussie te pakken. Duurzame inzetbaarheid van medewerkers is een absoluut topic als werkgever.

Hoe houd je als werkgever je werknemers gezond, gemotiveerd en zo productief mogelijk? Dat kan alleen maar als je met het oog daarop maatregelen neemt die jouw werknemers als het ware gelukkiger maken. Maar moet daarbij het leidend motief zijn dat de kosten die gepaard gaan met het nemen van dat soort maatregelen vrijgesteld zijn van loonheffingen? Moeten wij dat punt niet al een beetje voorbij zijn?

Fiscaliteit ideaal middel om gedrag te beïnvloeden

Natuurlijk besef ik dat de fiscaliteit al sinds jaren een ideaal middel lijkt te zijn om gedrag van werkgevers en werknemers te beïnvloeden. Daartoe hoort ook zeker de mogelijkheid om duurzame inzetbaarheid te bevorderen in combinatie met belastingvoordelen.

De aanscherping in 2022 van het toepassen van de gerichte vrijstelling voor arbovoorzieningen kent echter wel zo zijn redenen. Misschien is het goed om dat toch een keer te benoemen. Het is altijd al lastig geweest om de gerichte vrijstelling voor arbovoorzieningen toe te passen, juist omdat deze mede is gebaseerd op de Arbowet.

In die tijd ontstond veel druk vanuit cao’s met arbeidsvoorwaarden die de mogelijkheid aan werknemers gaven tot het volgen van cursussen die grotendeels waren gericht op persoonlijke ontwikkeling, maar natuurlijk zeker ook positief waren voor het welzijn en de gezondheid van de werknemer zelf. Vanwege de onduidelijke afbakening richting de Arbowet dreigden te veel voorzieningen te worden bestempeld als arbovoorziening, met alle gevolgen voor de schatkist. Op zich een begrijpelijke afweging van de staatsecretaris om in reactie daarop de afbakening in regelgeving wat duidelijker te maken.   

Gezond arbeidsvoorwaardenpakket los van de fiscaliteit

Het is op zich logisch dat veel stemmen opgaan met de vraag waarom de overheid gezonde maatregelen niet onbelast maakt terwijl zij toch zo gezondheidsbevorderend zijn. Pak echter als werkgever zelf die rol en die verantwoordelijkheid. En baseer je arbeidsvoorwaarden niet uitsluitend op het bestaan van tegemoetkomende fiscale regelgeving. Je zou de aanschaf van zonnepanelen niet moeten laten afhangen van de terugverdientijd van de kostprijs. Net zo goed zou je als werkgever op het punt van de gezondheid van werknemers een eigen, los van de fiscaliteit staand arbeidsvoorwaardenpakket kunnen opstellen. Dat maakt je ook tot een aantrekkelijke werkgever.  

Rekening bij bedrijfsleven

En natuurlijk zouden echte arbovoorzieningen die direct samenhangen met de beroepsuitoefening van de werknemer gericht vrijgesteld moeten zijn. Als wij echter de poort naar de onbelastbaarheid van hele algemene gezondheidsbevorderende maatregelen te wijd openzetten, dan vrees ik dat de rekening vanwege de gederfde belastinginkomsten uiteindelijk toch weer bij het bedrijfsleven komt te liggen. En zeg nu zelf, daar schiet niemand iets mee op. Durf als werkgever ook eens te kiezen voor een gezond belaste maaltijd, die is vast net zo lekker.  

Mr S.G.A. (Stan) Rethans

Mr S.G.A. (Stan) Rethans

voorzitter Kennisgroep cao bij de Belastingdienst, op persoonlijke titel

Mr S.G.A. (Stan) Rethans

Mr S.G.A. (Stan) Rethans

voorzitter Kennisgroep cao bij de Belastingdienst, op persoonlijke titel