<div class="article-intro" data-block="true" data-editor="1oou1" data-offset-key="6afnq-0-0"> <div class="public-DraftStyleDefault-block public-DraftStyleDefault-ltr" data-offset-key="6afnq-0-0"><strong>De staatssecretaris van Financiën keurt onder voorwaarden goed dat uitkeringen uit VUT-regelingen, overbruggingspensioenen, nabestaandenoverbruggingspensioenen, prepensioenen en overbruggingslijfrenten mogen worden uitgekeerd tot uiterlijk de AOW-leeftijd van de betrokken gerechtigden.</strong></div> </div>

Het pensioenakkoord bevat een verruiming van het sparen op de verlofkaart van vijftig naar honderd weken van de arbeidsduur. Daarbij wordt genoemd dat het saldo gebruikt kan worden om vervroegd uit te treden. Dat betekent een mogelijkheid om ongeveer twee jaar eerder te stoppen met werken. Maar hoe werkt dit, wat zijn de gevolgen voor pensioenopbouw en speelt de strafheffing voor vervroegd uittreden nog een rol?

Staatssecretaris Klijnsma van Sociale Zaken gaat in op de kaders en de aard van de Tijdelijke regeling overbruggingsuitkering AOW (OBR). Zijn er mogelijkheden ter verbetering?

<span style="font-weight: 400;">Is een objecttoeslag een bij de VUT-uitkering in acht te nemen onregelmatigheidstoeslag of anderszins loon? <a href="http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:GHARL:2016:3541" target="_blank">Hof Arnhem-Leeuwarden</a> vindt net zoals de kantonrechter van wel. </span>