Zeven werknemers zijn in aanmerking gebracht voor een deeltijd WW-uitkering. De uitkeringen werden betaald via de werkgeefster, hiertoe gemachtigd door de werknemers. Achteraf bleek dat de uitkeringen ten onrechte zijn toegekend. Het UWV vordert de uitkeringen terug van de werkgeefster. Dat kan niet volgens de Centrale Raad van Beroep. De werknemer is juridisch bezien de rechthebbende van de uitkering. Als het UWV toch de vordering indient bij de werknemer heeft die weer een vordering op de werkgever en kan die de vordering overdragen aan het UWV. Hoe ingewikkeld kan het zijn?