Een vrouw heeft al een tijdje schulden, waardoor er steeds loonbeslag wordt gelegd. De vrouw is echter politieagente en daarmee rijksambtenaar. Als zij schulden heeft, komt haar betrouwbaarheid en integriteit in het geding. Daarom legt haar korpschef, na 2 waarschuwingen, een ontslag op. De vrouw tekent beroep aan, maar dat wordt afgewezen. Uiteindelijk treffen de twee partijen elkaar voor de rechter. De vraag waar het om draait is of de vrouw genoeg heeft gedaan om schulden en beslaglegging te voorkomen.