Een nieuw jaar gaat vaak gepaard met goede voornemens. Dat gaat ongetwijfeld ook op voor 2024. Een mooi toepasselijk voornemen zou zijn of je als werkgever mogelijk een stukje kan bijdragen aan verduurzaming in onze maatschappij door kritisch te kijken naar groene arbeidsvoorwaarden binnen de onderneming. Veel van de wereldproblematiek is door burgers of bedrijven niet direct beïnvloedbaar. Maar hier hebben we toch een item te pakken waar ondernemend Nederland een rol in kan spelen.
Teleurstelling
In mijn rol als voorzitter van de kennisgroep cao bij de Belastingdienst krijg ik steeds vaker de vraag van cao-partijen of er fiscale tegemoetkomingen bestaan die zogenaamde groene arbeidsvoorwaarden stimuleren. Eerst maar even een teleurstelling verwerken. De Wet op de loonbelasting 1964 (Wet LB) bevat geen expliciete gerichte vrijstellingen die rechtstreeks betrekking hebben op het onbelast maken van duurzame voorzieningen voor werknemers. Tja, dat is natuurlijk een tegenvaller.
Vechten om personeel
Maar laat je als werkgever daardoor niet uit het veld slaan. De werkkostenregeling bevat zeker mogelijkheden om als werkgever het gedrag van jouw medewerkers te beïnvloeden. Veel cao’s bevatten budgetten met specifieke doelen in het kader van het zoveel mogelijk aanbieden van flexibele arbeidsvoorwaarden. Denk daarbij bijvoorbeeld aan budgetten met bestedingsmogelijkheden voor een studie, vakliteratuur of beroepsvereniging (onder voorwaarden mogelijk gericht vrijgesteld) of voor aankoop van een fiets (belast loon), extra verlof (geen loon mits de aanspraak op verlof niet hoger is dan honderd keer de arbeidsduur per week) en diverse cafetariaregelingen met tal van mogelijkheden tot uitruil. In de huidige markt is het vechten om personeel. De ondernemer die de meest aantrekkelijke arbeidsvoorwaarden aanbiedt kan wel eens als winnaar uit de bus komen als het gaat om personeel werven.
Groene arbeidsvoorwaarden: verduurzamingsbudget
De meest actuele loot aan de stam van mogelijke budgetten bij groene arbeidsvoorwaarden is echter het verduurzamingsbudget. Nederland is in de ban van het plaatsen van warmtepompen en zonnepanelen. Zeker nu de salderingsmethodiek met teruggeleverde stroom nog steeds bestaat. Veel werkgevers beperken uiteraard een verduurzamingsbudget tot een maximaal bedrag, bijvoorbeeld € 750, te besteden gedurende een afgesproken periode van bijvoorbeeld 5 jaar. Het is aantrekkelijk voor werknemers om hun budget aan te wenden voor maatregelen die op zichzelf weer leiden tot privébesparingen zoals minder gebruik van gas.
Expliciete voorwaarden van besteding
Je kunt als werkgever uiteraard expliciete voorwaarden van besteding bepalen. In de praktijk zie je een aantal mogelijke categorieën ontstaan:
- Isolatie (bijvoorbeeld gevel, spouwmuur, dak en vloer)
- Duurzaam verwarmen, koelen en ventileren (warmtepomp en zonneboiler)
- Duurzame energie (zonnepanelen).
De consequentie van het ontbreken van wettelijke vrijstellingen voor de hierboven genoemde maatregelen is op het eerste oog natuurlijk vervelend. Maar dit past wel binnen de gedachte achter de werkkostenregeling. Namelijk dat je als werkgever de vrije ruimte kan benutten om daarin aangewezen voorzieningen onder te brengen waarvan je het belangrijk vindt dat werknemers deze onbelast ontvangen. Daar gaat zeker een prikkel in gedrag vanuit.
Verandering van vaste patronen
Bestaan er dan helemaal geen mogelijkheden om bij het vaststellen van arbeidsvoorwaarden iets aan duurzaamheid te doen zonder dat de rekening voor jou als werkgever oploopt?
Natuurlijk wel.
In de basis begint het met bewustwording van bestaand gedrag en verandering van vaste patronen als je als werkgever echt iets wil bijdragen op dit vlak. Dus, stimuleer je medewerkers dat zij voor woon-werkverkeer gebruikmaken van het openbaar vervoer of de fiets pakken en minder met de auto komen. Er bestaat niet voor niets een fietsleaseregeling waarbij de bijtelling voor de werknemer slechts 7% bedraagt van de catalogusprijs van de fiets. Daarnaast kun je zelfs de mobiliteit van werknemers nog verder terugdringen door het stimuleren van thuiswerken. De thuiswerkvergoeding van € 2,35 per gewerkte thuiswerkdag helpt daar wellicht iets bij. Buiten de milieuaspecten (minder uitstoot) kun je als werkgever ook nog eens besparen op reiskosten.
Op kantoor bijdragen aan duurzaamheid
Binnen de kantooromgeving bestaan ook mogelijkheden om bij te dragen aan duurzaamheid. Stimuleer digitale uitwisseling van stukken en plaats minder printers om de neiging tot printen door medewerkers te verminderen. Mijn eigen werkgever (Rijksoverheid) volgt uiteraard het Europese verbod op het gebruik van wegwerpbekertjes. Als werkgever is het goed om na te denken hoe je dat vervolgens voor het eigen personeel en bezoek regelt.
Vaste mokken met plaatsing van extra vaatwasmachines of alle werknemers een gepersonaliseerde eigen mok die zij op het werk kunnen laten staan of mee naar huis kunnen nemen om daar af te wassen. Overigens roept die laatste situatie weer de vraag op of dat leidt tot een belaste situatie. De waarde van voorzieningen wordt in redelijkheid op nihil gesteld ingeval de voorzieningen geheel of gedeeltelijk op de werkplek gebruikt of verbruikt worden. Het moet dan gaan om voorzieningen waarvan het niet gebruikelijk is deze elders te gebruiken. Kun je dat beweren van een koffiemok? En wat te doen als de werkgever de mokken aan de werknemers verstrekt?
De redelijkheidstoets bij nihilwaarderingen is bedoeld om vast te stellen dat de werkgever toch een beloningsbedoeling had. Mijn mening zou zijn dat de beloningsbedoeling ontbreekt als een werkgever als gevolg van Europese regelgeving vaste mokken aan de werknemers verstrekt die zij geacht worden op kantoor te gebruiken omdat daar geen koffiebekertjes meer staan. Uiteraard is een en ander natuurlijk afhankelijk van de feiten. De Belastingdienst heeft zich hierover nog niet uitgesproken.
Wat mij betreft is een oproep aan werkgevers op zijn plaats om vanuit goed werkgeverschap aandacht te schenken aan het opnemen van groene arbeidsvoorwaarden. In dit verband wil ik eindigen met een toepasselijke uitspraak van Albert Einstein: de wereld zal niet worden vernietigd door hen die kwaad doen, maar door hen die toekijken.