Nee, spannend als vorig jaar was het dit jaar niet voor Jan-Bertram Rietveld. “Toen kreeg je op 21 september om kwart over 3 's middags de stukken binnen, en dan zag je hoe je werk er de rest van het jaar ging uitzien, met welke nieuwe regels je te maken kreeg. Dit jaar ligt dat anders: het kabinet had de hoofdlijnen al vastgelegd in de Voorjaarsnota.”
En toch, op 21 september om 15:15 uur zat Rietveld achter zijn computer, en hij doorzocht hij de binnengekomen documenten onmiddellijk. “Ik doe ‘Ctrl F loonbelasting’ en vervolgens ‘Ctrl F werkkostenregeling’. Want hij was heel benieuwd hoe de plannen in de Voorjaarsnota concreet werden uitgewerkt, en of er nog konijnen uit de hoge hoed komen.”
Werkkostenregeling
Om die konijnen op waarde te kunnen schatten, gaan we terug naar 2011. “Toen had staatssecretaris Jan Kees de Jager het lef om een streep te zetten”, zegt Rietveld. “De 29 verschillende regels voor vrije vergoedingen werden veel eenvoudiger. Al die vergoedingen werden ondergebracht in één regeling, de Werkkostenregeling. Werkgevers kregen een vrije ruimte, en daarmee konden ze werknemers onbelast allerlei extraatjes geven: kerstdiners, teambuildinguitjes of gewoon een extra zak geld. Maar naast die vrije ruimte bestaan er ook zogenoemde vrijstellingen. Die gelden voor zaken die de werkgever belastingvrij moet kunnen schenken zonder dat de fiscus ertussen springt. Bijvoorbeeld: laptops, opleidingen en een deel van de reiskosten. Die zijn noodzakelijk voor het werk, en dus mogen ze niet ten koste gaan van een teambuildingsuitje of een kerstdiner. Dat is logisch.”
Logisch inderdaad, maar volgens Rietveld maakten juist die vrijstellingen alles weer ingewikkelder. “Voor een deel viel dat ook te verwachten. Er zijn in Nederland zo'n 9,5 miljoen werkenden, dus je kunt van de wetgever niet verwachten dat hij op alle situaties anticipeert. Maar toch… het aantal vrijstellingen nam wel heel snel toe, en inmiddels zitten we qua regels alweer ruim boven die 29 van 2011. Volgens mij valt dat ook terug te voeren op politieke overwegingen. De meeste kiezers zijn werknemers, en dus zal de overheid geneigd zijn om hun belangen zwaar te laten wegen.”
Volgens Rietveld leidde dat soms tot vreemde beslissingen. “Een paar jaar geleden ging de vrije ruimte voor werkgevers met een loonsom van meer dan € 400.000 terug van 1,2% naar 1,18%. Weet je waarom? Omdat er een vrijstelling kwam voor het scholingsbudget van gewezen ambtenaren. Het was een probleem waarvan ik niet eens wist dat het bestond: ambtenaren die scholing nodig hadden omdat ze overstapten naar de private sector. Maar er werd wel weer een uitzondering voor gemaakt. En zo lees je ieder jaar waar de ruggengraat het heeft verloren van politiek opportunisme.”
Energiekosten
Maar denk nu niet dat Rietveld gekant is tegen extraatjes voor werknemers. Want hij pleit wél voor een belastingvrije tegemoetkoming in de energiekosten. “Die kosten zijn de afgelopen maanden natuurlijk geëxplodeerd en veel medewerkers komen daardoor in moeilijkheden. Daarom komen sommige cao's met een handreiking, en het zou mooi zijn als de fiscus daar voor een groot deel buiten bleef. Ik zou ervoor willen pleiten om werknemers financieel te ondersteunen bij het verduurzamen. Geef ze bijvoorbeeld een tegemoetkoming als ze warmtepompen installeren, of zonnepanelen.”
“Op dit punt is het kabinet juist vrij rigide”, zegt Rietveld. “De belastingvrije reiskostenvergoeding staat nu op 19 cent, gaat slechts marginaal omhoog: van 19 cent naar 21 cent. Oké, dat is misschien nog logisch, want je wilt niet iedereen in de auto naar kantoor jagen. Maar wat als je gewoon thuis gaat werken? Ook dan hoef je van het kabinet niet al te veel te verwachten. Kijk naar de thuiswerkvergoeding. Het Nibud concludeerde vorig jaar dat die omhoog moet van € 2 naar € 3, maar het kabinet is veel zuiniger. Dat houdt het op € 2,13.”
Expats
Dan een groep werknemers die al ter sprake kwam in een eerder artikel: de expats. Het verhaal is bekend: vanwege allerlei extra kosten – huisvesting, inburgering – komt de fiscus hen tegemoet met een vrijstelling van 30%. Ook bekend zijn de bezwaren: komt je inkomen boven een bepaalde grens, dan kun je onmogelijk nog volhouden dat zo'n inburgeringscursus er flink inhakt. Vandaar ook de plannen voor een beperking: die 30% geldt dadelijk voor mensen met een inkomen tot € 216.000 per jaar. Verdienen ze meer, dan valt dat meerdere gewoon in het gebruikelijke belastingtarief.
“Het klinkt rechtvaardig”, zegt Rietveld. “Maar bedenk wel: die 30% vrijstelling maakt Nederland buitengewoon aantrekkelijk voor toptalent. En nee, dan moet je niet meteen denken aan die CEO van die multinational, maar ook aan een getalenteerde topchirurg. Die kan hier niet alleen levens redden, maar hij kan de collega's ook meenemen naar een hoger niveau. Die 30-procentregeling is ingesteld voor mensen die dingen doen die wij echt niet kunnen. En dus ben ik heel benieuwd of het kabinet hen op 21 september tegemoet zal komen.”
Moed
Terug naar 2011, want dat was volgens Rietveld een belangrijk jaar. “Toen heeft Jan Kees de Jager paal en perk gesteld aan het regelwoud, maar inmiddels zitten we weer op een miljoen regels en 4 miljoen uitzonderingen. ”